Iedere klas heeft 2 uur beweging.
De lagereschoolkinderen hebben gedurende 1 periode in het schooljaar een aantal zwemlessen. De bovenbouw gaat met de fiets naar het zwembad.
Iedere klas heeft springtouwen.
Iedere klas heeft 1 bal.
Tijdens het speelkwartier en over de middag kunnen de klasgroepen afwisselend volgende bewegingsactiviteiten spelen: voetbal, trefbal, netbal en basketbal. Per klas kiezen de kinderen zelf welke sport ze spelen op het sportveldje. Alle speelplaatsregelingen hangen uit in de klassen en gangen.
Er zijn speelkoffers ter beschikking tot aan de herfstvakantie en vanaf de paasvakantie. Ook daarvoor wordt een regeling gemaakt.
Voor vier, vijf en zes wordt er, in het derde trimester, een toernooi georganiseerd. Dit kan voetbal zijn, netbal, Leerling Universalis, ... Dit wordt georganiseerd door de leermeester bewegingsopvoeding. De wedstrijden gaan door tijdens de middagpauze en worden tijdig aangekondigd.
Kinderen hebben nood aan beweging. Het is niet alleen goed voor de rug maar ook voor de concentratie. Plan geregeld bewegingstussendoortjes tussen je lessen.
Maak duidelijke afspraken met de kinderen zodat ze erna terug flink aan het werk kunnen.
Wil je gebruik maken van de speelplaats voor de tussendoortjes, laat de kinderen dan niet alleen.
Ieder jaar zijn er bewegingslandschappen van het MOEV:
Kronkeldiedoe in het 1ste en 2de leerjaar
Alles met de bal in het 3deen 4de leerjaar
Boekentoe Gavers in het 6de leerjaar
Rollebolle in het 2de en 3de kleuter
1 keer per jaar wordt er een sportdag georganiseerd door de leermeesters bewegingsopvoeding.
Het ene jaar gaat die door op school, het andere jaar in Ter Borcht. Zowel kleuter als lager nemen deel aan deze dag.