Wat de leerling gemaakt heeft, wordt vlot nagezien door de leerkracht. Hij voorziet zinvolle commentaar, parafeert, geeft punten, een woordelijke waardering, een stempel, …
We noteren KV (klassikale verbetering) of KG (klassikaal gemaakt) om het onderscheid aan te duiden tussen klassikale en individuele verbetering.
Bij het vakonderdeel spelling wordt streng verbeterd. Bij andere taken kan de leerkracht het verbeterwerk soepeler invullen, bijvoorbeeld voor wero. Taken die verbeterd werden door de leerkracht tijdens de les, hoeven niet meer opnieuw gecontroleerd te worden.
Zomaar verbeteren door de leerkracht heeft geen zin. Kinderen kunnen leren uit hun gemaakte fouten. Het is dan ook belangrijk dat ze hun fout(en) mogen zien en verbeteren.
Onderbouw: Alles wat door een leerling nog zal nagelezen worden, wordt door de leerkracht nagezien. (bv. schriftelijke neerslag wero, te leren godsdienst,…)
Bovenbouw: Alles wat voorgeschreven wordt op het bord, wordt door de leerkracht niet meer nagezien. De leerlingen worden aangemaand goed naar het bord te kijken zodat ze foutloos overschrijven. Ter controle neemt de leerkracht een steekproef. (3de graad)